Columns van 2008 en 2009

13 mei 2009Kunst als provocatie Jerker Spits
8 april 2009Geen nieuws Frans Thuijs
11 maart 2009De strijd tegen de Apartheid begon eerder Erica Meijers
11 februari 2009De onmogelijke openbaarheid van het verleden Thomas von der Dunk
10 december 2008Onze armoedige geschiedenis. Vijf twijfels over de vaderlandse identiteitspolitiek Krijn Thijs
12 november 2008Publieke historici en historisch publiek Adriaan van Veldhuizen
13 oktober 2008Het lerarentekort in de Oudheid Gerard Boter
10 september 2008Over kolonialisme Susan Legêne
11 juni 2008Het leervermogen van wetenschappers Rienk Vermij
3 en 14 mei 2008Drie curieuze historische kookboeken Merel Boers
13 februari 2008Drie opvallende invalshoeken op Afrika Frans Huijzendveld
9 Januari 2008Bekentenissen van een namaak historica Irma Thoen

 Alle columns van 2003 t/m 2007

12 December 2007Drie boeken over de Middeleeuwen Peter Hoppenbrouwers
14 November 2007Nostalgie naar het heidendom Hans Oranje
13 Juni 2007Waarom moeten wij dit weten? Rob Hartmans
Mei 2007Laat diversiteit jouw leven verrijken! Halleh Ghorashi
April 2007De historicus als mens Frans Smits
31 Maart 2007Hoe versier je Michiel Adriaenszoon de Ruyter? Joke Korteweg
Maart 2007Af van de beschavingsapartheid Markha Valenta
Februari 2007Smakelijk Indisch: Een bijdrage tot de 'Indische Canon' Ton van der Eyden
Januari 2007Gezina van der Molen, geprezen en verguisd Gert van Klinken
December 2006Dissonant Jelle van der Meer
November 2006Indianen en geschiedenis: waarom historici Latijns-Amerika moeten bestuderen Michiel Baud
Oktober 2006Een tuinkabouter op vakantie Jan Hoffenaar
September 2006De islam als probleem Ruud Peters
Mei 2006Avonturen van een Kuyper-biograaf Jeroen Koch
April 2006Tuinieren voor homo’s Thijs Bartels
Maart 2006De verwarde staat. Over de kracht van beeldvorming Wim Willems
Februari 2006Tweehonderd jaar monarchie. En nu? Wyger Velema
Januari 2006Ethische code en de historicus als publiek figuur Floribert Baudet
December 2005Tussen zachte dwang en harde drang (1938-1968) Theo van der Meer
November 2005Moederschap. Met het woord verheerlijkt, metterdaad gesmaad Marian van der Klein
Oktober 2005De geest van Jan Salie Mark Rutte
Oktober 2005Nederland en Marokko Wantje Fritschy
Oktober 2005Rustig overlijden na het NOS-journaal Ad van Liempt
September 2005Doodsbidders en de reanimatie van Nederland Gerard Rooijakkers
Juni 2005Politieke biografie en politieke geschiedenis Herman Langeveld
Mei 2005Linkse zaken doen Ronald van Raak
April 2005De vele gezichten van de Verlichting Henri Krop
April 2005Gerommel in de doofpot Lotte van de Pol
Maart 2005Conserveblikje Frankfurthers met Sambal Herman Keppy
Februari 2005De Grote Afrikaanse Oorlog Peter Vermaas
Januari 2005Lessen uit de Geschiedenis Henk Reitsma
December 2004De chemie van Sint Jan de Bas
November 2004Historische sensatie en de nieuwe, geïntegreerde presentatie van het Rijksmuseum Kees Zandvliet
Oktober 2004Historische canon Mirjam Prenger
Oktober 2004Portugal is geen klein land Simon Kuin
September 2004Al Andalus Wybren Verstegen
Juni 2004George Washington of Bart Simpson? James Kennedy
Mei 2004De lemming. Een natuurlijke geschiedenis Ido de Haan
Maart 2004Laat de doden spreken Marita Mathijsen
Februari 2004Vervloekt zijn de anarchisten of lof der vrijheid Rutger Groot Wassink
Januari 2004De beroepsgroep van historici Jan Bank
December 2003Pieter Geyl en de vreemde wegen van de roem Wim Berkelaar
November 2003Alexander de Grote en George de Grote in Irak en Afghanistan Bert van der Spek
Oktober 2003Herrie in de polder Jos Palm

De historicus als mens

Geachte toehoorders:

Komt een bekend historicus bij de dokter. De dokter, een psychiater richting psychoanalyse vraagt: 'Als u de liefde bedrijft, heeft u dan het gevoel dat u vrouw u wilt ontmannen?' De bekende historicus aarzelt even. Ja, hij herkent maar al te goed wat de dokter zegt. 'Ja', zegt hij dan, 'ik let erg op mijn penis als ik vrij'. Enig idee wie deze bekende historicus is?

In 1951 komt onze bekende historicus in de Amsterdamse Vijzelstraat toevallig enfant terrible en journalist Jacques Gans tegen. Deze had in de oorlog in Londen het Comité van Actie tegen het Neo-fascisme opgericht, om te waarschuwen voor de extreem-rechtse opvattingen die daar leefden onder de Nederlandse autoriteiten. Ook onze bekende historicus had deel uitgemaakt van het comité, maar op aandingen van minister-president Gerbrandy was hij eruit gestapt. Hij vertelde Gans dat hij zich diep schaamde voor zijn houding zeven jaar eerder en dat hem zoiets niet opnieuw zou overkomen. Gans antwoordde, zo schrijft onze bekende historicus in zijn herinneringen 'dat het hem plezier deed dat te horen'.

Onze bekende historicus was natuurlijk Loe de Jong.

Nu publiceerde ook Jacques Gans ooit zijn herinneringen en ook hij schrijft over deze ontmoeting met Loe de Jong, die overigens volgens Gans niet in de Vijzelstraat maar in café Américain plaatsvond. Volgens Gans zei De Jong: 'Ik was toen in Londen wel een beetje een zak'. Waarop Gans antwoordde: 'Maar dat ben je toch nog!'.

Geachte toehoorders, deze anekdotes leken me een mooi opstapje om het vanavond met u te hebben over de historicus als mens. Toen ik het onderwerp afgelopen paasdagen zat te overdenken, realiseerde ik me dat ik u vanavond met een heel naar gevoel naar huis zou sturen. Zo'n slecht mens wil ik niet zijn. Ik ga daarom nu een radicale draai aan mijn verhaal geven.

Geachte toehoorders, het gaat heel goed met geschiedenis! Afgelopen december vierde het Historisch Nieuwsblad zijn vijftienjarig bestaan. Het werd opgericht als protest tegen de braafheid in historische kring. Mijn voorganger als hoofdredacteur Jos Palm formuleerde het onlangs heel aardig: 'De eerste paar jaar vormde Historisch Nieuwsblad het georganiseerde wantrouwen van een zootje ongeregeld tegenover het geschiedkundig establishment'. Om het academische wereldje uit te dagen, publiceerde Historisch Nieuwsblad onoorbare lijstjes: welke historici zijn het meest productief, wie is het machtigst? Ze waren plagerig bedoeld, maar werden door de historici zeer serieus opgevat. In het archief van het Historisch Nieuwsblad bevinden zich tal van brieven van mensen die vonden dat ze te laag op de lijstjes stonden.

Overigens geen brief van de beroemde genodigde die na mij volgt: Jan Luiten van Zanden. Hij sierde in november 1996 de cover van Historisch Nieuwsblad, getooid in de ook in die tijd niet al te modieuze sociaal-economische slobbertrui. Van Zanden was toen de meest productieve historicus van Nederland. De conclusie van het onderzoek: historisch Nederland gaat aan productiviteit tenonder. Die conclusie was gebaseerd op een krankzinnige berekening: Een historicus die alleen al het werk van zijn Nederlandse vakbroeders wil bijhouden, moet per dag 216 pagina's lezen.

Historisch Nieuwsblad werd vooral opgericht om geschiedenis onder de mensen te brengen. Dat lukte pas gaandeweg en vooral nadat het blad in 2000 commercieel was gegaan. Tegenwoordig worden elke maand minimaal 15.000 exemplaren gedrukt, dat waren er in de begintijd hooguit 2.000.

Waarom gaat het zo goed met geschiedenis? Meestal wordt erop gewezen dat er veel meer belangstelling is door de Europese eenwording, door de millenniumwisseling, door het nieuwe patriottisme sinds Fortuyn en nog zo het een en ander. Wellicht. Zelf denk ik dat het vooral komt door een verbetering van het aanbod: meer toegankelijke geschiedenis voor een breed publiek.

Andere Tijden op televisie, OVT op de radio en – voeg ik er bescheiden aan toe – Historisch Nieuwsblad als tijdschrift met zijn satellieten: de Grote Geschiedenis Quiz en de Week van de Geschiedenis. Nog veel belangrijker zijn de heuglijke ontwikkelingen op boekengebied. Er zijn zeer leesbare journalisten die zich op geschiedenis gestort hebben: Geert Mak, Frank Westerman, Annejet van der Zijl, Judith Koelemeijer. Alle behalen met hun boeken enorme oplagen.

Koelemeijer werd onlangs in een interview gevraagd: vanwaar de enorme belangstelling voor geschiedenis? Ze zei: 'Het is nu zo dat een aantal journalisten zich tegelijk met geschiedenis is gaan bezighouden, en dat daar heel veel belangstelling voor is. Waarschijnlijk omdat die journalisten geschiedenis op een toegankelijker manier vertellen dan historici'. Dat is nogal gemeen van Koelemeijer en ook niet helemaal waar. Er zijn namelijk steeds meer serieuze historici die zich op een groot publiek richten met toegankelijke en oorspronkelijke boeken: Luuc Kooijmans, Luc Panhuysen, de oudgedienden Arie van Deursen en Henk Wesseling, Henk van Nierop en zelfs sociaal-economisch historici durven tegenwoordig leesbaar te schrijven, zie iemand als Maarten Prak.

Geachte toehoorders, de door castratie-angst beheerste Loe de Jong mag dan niet zo'n moedig mens geweest zijn, hij was wel een Groot Historicus. Met een omvangrijk en leesbaar oeuvre waarmee hij middenin de maatschappij stond. Terecht werd er in de jaren negentig een grote historische prijs voor het beste historische boek naar hem vernoemd. Frank Westerman won die prijs ooit voor zijn Graanrepubliek en Regina Grüter voor haar mooie boek over Weinreb. Helaas is de Loe de Jongprijs door geldgebrek een stille dood gestorven.

Ik heb een nieuwtje voor u. Pas over een week of twee zal het in de openbaarheid komen. Sinds een paar dagen is er een nieuwe grote historische prijs: de Historisch Nieuwsblad/Volkskrant Prijs voor het beste geschiedenisboek. Er is een geldbedrag aan verbonden van minstens 10.000 euro en de prijs zal voor het eerst uitgereikt worden tijdens de komende Nacht van de Geschiedenis op 20 oktober. We hopen met de prijs een verdere stimulans te geven aan het goede historische boek in Nederland en dat zal de geschiedenis zeker ten goede komen.

Ik hoop dat u mij het niet kwalijk neemt dat ik mijn verhaal helemaal heb omgegooid vanwege dit nieuws. Dank u wel.

Frans Smits, 11 april 2007

Naar boven